Een goede duurloop rennen is nog niet zo gemakkelijk. Een veel gemaakte fout is dat loper hun duurloop té snel uitvoeren. Hierdoor train je maar een beperkt bereik van je energiezones. Het aanbrengen van een evenwichtige variatie in het duurloopprogramma biedt een grotere kans op een verbetering van de prestaties.
Indeling duurlopen
Het belangrijkste criterium voor de diverse duurlopen zijn de tempo's. Deze zijn bij een duurloop altijd afgeleid van de anaerobe drempel. We onderscheiden een HDL, DL1, DL2, DL3 en TDL.
Herstelduurloop (HDL)
De herstelduurloop versnelt de afvoer van afvalstoffen van de energiestofwisseling (verbranding van ontstane melkzuur).
Een veel gemaakte fout is om na een wedstrijd geen cooling down te doen en in de week na de wedstrijd geen herstelduurloop uit te voeren. Hierdoor kan het erg lang duren, voordat een intensieve belasting weer mogelijk is.
Duurlopen 1, 2 en 3
Bij DL1 train je het basisuithoudingsvermogen en de wilsinzet.
Met een DL2 verbeter je het aerobe vermogen of houdt je het (bij gevorderde lopers) in stand.
Een DL3 is alleen voor gevorderde lopers. Hiermee komt je in het grensgebied van de individuele anaerobe drempel en verbeter je het aeroob vermogen en de overgang van aeroob naar anaeroob vermogen.
Tempoduurloop (TDL)
Een TDL mag alleen worden uitgevoerd door ervaren lopers. Het voornaamste doel van een TDL is het trainen van de tempohardheid.
(bron: trainingsmethoden- en middelen Atletiek Academie).
Wanneer je een griepje opgelopen hebt zal je niet zo snel zin hebben om de deur uit te gaan voor een training. Dat is logisch want je voelt je simpelweg niet
lekker. Maar stel dat je net in een belangrijke voorbereidingsweek zit voor die ene wedstrijd waar je wil pieken, wat doe je dan…?
Het antwoord is simpel: niet lopen en rust nemen. Trainen met griep/koorts onder de leden is gevaarlijk. Je immuunsysteem is verzwakt en je lichaam
heeft alle energie nodig om beter te worden. Je loopt bovendien het risico dat de virusinfectie ook terecht kan komen in de hartspier met als gevolg een ontsteking. Ook nadat je je weer
beter voelt, heeft je lichaam een aantal dagen rust nodig om te herstellen. De basisregel die je het beste kunt hanteren luidt dat je bij koorts het dubbele aantal dagen dat de koorts heeft
geduurd niet moet lopen. Had je vier dagen koorts, dan mag je pas na acht dagen weer beginnen met trainen. Sportzorg.nl heeft twee regels opgesteld waar de sporter op moet letten bij sporten
met griep.
Regel 1: Bij koorts, spierpijn en een verhoogde hartslag in rust wordt sporten afgeraden. Tip: Als je je ziek of grieperig voelt, is het dus
verstandig om de temperatuur te meten. Meet deze temperatuur altijd vóór het nemen van temperatuur verlagende of pijnstillende middelen zoals aspirine en paracetamol.
Regel 2: Pas je training ook aan als je je minder goed voelt dan verwacht of gewenst. Zonder temperatuursverhoging mag er in principe doorgetraind
worden. Het kan echter verstandig zijn om toch wat rustiger en niet te intensief te trainen.
Anders dan griep, kun je met een verkoudheid (dus zonder koorts!) wel doortrainen. Er is een ezelsbruggetje, waarmee je kunt bepalen of je al dan niet kunt sporten:
de ‘nek check’ Zijn de ziekteverschijnselen uitsluitend boven de nek gelokaliseerd (zoals neusverkoudheid, oorpijn, keelpijn en geen koorts), dan is sporten toegestaan. De eerste 2-3 dagen wel op
een lager pitje. Indien de ziekteverschijnselen (ook) onder de nek gelokaliseerd zijn, zoals hoesten, kortademigheid, koorts (meer dan 38 graden), spierpijn in armen en benen e.d., dan is
het advies om niet te sporten.
(bron: Dutch Runners 18-09-2015).
Iedere loper zou vanaf het begin moeten werken aan core stability. Bovendien werken deze oefeningen goed op de algehele fitness en kan het de vaak gehoorde wens van minder gewicht ondersteunen. De gehele vorm van de hardloper verbetert vanaf het begin en dat helpt echt in de ontwikkeling van je sport.
Nog een reden om tijd in te ruimen voor core stability oefeningen: ze werken preventief tegen blessures. Met meer kracht in je lijf kun je net wat meer aan, terwijl dat anders eerder in een blessure zou verzanden. Dat ene tussensprintje kan nu makkelijker zonder nare gevolgen.
Vaak zijn hardlopers zonder het te weten niet in balans tijdens het lopen. Met extra oefeningen wordt die balans hersteld. Daarom het advies: als je core stability oefeningen opneemt, zorg dan dat je zowel rug als buik traint. En train vooral je linker- én rechterkant. Het Amerikaanse begrip ‘core’ betekent kern, maar hier is het bedoeld als alle spieren rondom.
(bron: Mark Gerlings 17-06-2017).